Voices for freedom: Het belang van muziek in de Koerdische diaspora

In deze post wil ik aan de hand van twee filmpjes het belang dat door de Koerden aan muziek wordt gehecht illustreren. Muziek geeft het Koerdische volk de mogelijkheid om hun strijd naar erkenning en vrijheid op een aparte manier te verwoorden. Ook in de diaspora zetten Koerden hun muzikale traditie verder. Daar probeert men nieuwe kansen en mogelijkheden te benutten die in de landen van herkomst meestal moeilijk te verwezenlijken waren. Zoals de Koerdische diaspora een nieuwe dimensie heeft gegeven aan bijvoorbeeld de ontwikkeling van de geschreven Koerdische taal, de Koerdische literatuur (1), zo heeft ze ongetwijfeld ook de ontwikkeling van de Koerdische muziek positief beïnvloedt.

Muziek speelt al sinds oudsher een belangrijke rol in de Koerdische diaspora. Reeds in de 9de eeuw emigreerde Ziryab,* een groot Koerdisch zanger en dichter, uit het Koerdische Irak naar Spanje. In de emigratie richtte hij een muziekschool op en werd hij bekend omwille van een nieuw, uniek en invloedrijk muzikaal genre, de Klassieke Andalusische muziek. Het is algemeen aanvaard dat Ziryab hier de grondlegger van is geweest (2).

Tot op de dag van vandaag verlaten veel Koerdische artiesten – al dan niet gedwongen – hun vaderland om hun geluk te beproeven in de diaspora. Muziek draagt aldaar in grote mate bij tot een sterker Koerdische bewustzijn. Een bijdrage leveren tot dit bewustzijn wordt dan ook door veel Koerdische artiesten als een morele verplichting beschouwd. Ook de coryfee van de Koerdische muziek, Siwan Perwer, deelt deze mening (3). Oorspronkelijk zong hij in het Turks, waar hij overigens in Turkije tot verplicht was, maar op zijn 20ste besluit hij zijn Koerdische achtergrond niet langer op de achtergrond te laten in zijn liederen. Steeds meer begaan met het lot van de Koerden – vooral in zijn vaderland Turkije – gaat hij zich ten volle wijden aan de Koerdische belangen en sindsdien bezingt hij deze in het Koerdisch. Niet lang daarna werd hij verbannen uit Turkije en nu leeft hij al 32 jaar in ballingschap. In de diaspora heeft hij zijn positie en zijn verzet kunnen versterken. Hiermee vormt hij een mooi voorbeeld van het feit dat moderne communicatiemiddelen ervoor kunnen zorgen dat de “voice” en “exit” van de hedendaagse emigrant niet meer exclusieve keuzes hoeven te zijn maar perfect complementair kunnen zijn. (zie wetenschappelijk artikel van Elien) In de hoedanigheid van een protestzanger heeft hij steeds meer bekendheid verworven in de diaspora alsook in Turkije. In zijn liederen wilt hij protesteren tegen de uitsluiting van de Koerden in zijn geboorteland, Turkije, maar ook in de rest van de wereld. Hij is uitgegroeid tot hét symbool van de Koerdische diaspora: elke Koerd in de diaspora kent hem, heeft zelfs een cassette met zijn muziek, in elk ontmoetingcentrum hangt zijn foto (4).

In bovenstaand filmpje zien we hoe hij de Koerden samenbrengt op een concert in het Duitse Wüppertal.

Naast deze alom bekende, traditionele bijna “transnationale bard”, vinden de jongste jaren ook steeds meer jonge Koerden hun weg naar muziek. Met name Koerdische rappers schieten in West-Europa als paddenstoelen uit de grond. In Duitsland zijn rappers zoals Serhado en Azat ontzettend populair. Ook in Nederland is bijvoorbeeld Hozan Salayi, beter bekend als Ozie-N, vaak te zien op de Koerdische televisie en Koerdische feesten. Hoewel het Koerdische bewustzijn logischerwijze niet meer zo diep ingeworteld is als bij de eerste generatie van de Koerden in het buitenland, is er bij deze artiesten vaak ook nog een engagement merkbaar voor de Koerdische kwestie. Al geeft Ozie-N bijvoorbeeld toe dat hij liever swingende feestmuziek maakt, voornamelijk in het Engels zingt en zich op een carrière concentreert, toch ziet ook hij het als zijn ‘plicht’ om met zijn muziek bij te dragen aan de Koerdische kwestie. Zo zong hij in maart van dit jaar onder andere op de twintigjarige herdenking van Halabja in Delft (5). Deze jonge artiesten vinden bovendien steeds gemakkelijker hun weg naar de moderne communicatiemiddelen zoals het internet om hun muziek te promoten. Hun muziek wordt gekenmerkt door een opvallende mix van traditionele Koerdische muziek en Westerse muziekstijlen, voornamelijk hiphop en rap, zoals duidelijk blijkt dit tweede filmpje.

Het illustreert volgens mij voortreffelijk de dubbele cultuur van deze jongeren, ze stellen hun dagelijkse leefwereld alsook hun Koerdische achtergrond voor. Er zijn beelden te zien uit de regio Hewraman in ‘Koerdistan’ en van de straatcultuur van deze jongeren in het Westen. Er wordt gezongen in het Engels en in het Duits maar ook in het Soranî.**

We kunnen besluiten dat muziek een belangrijk medium is dat de Koerden zowel in als buiten de diaspora samenbrengt. Artiesten bezingen niet enkel de Koerdische culturele waarden, ook roepen zij in hun muziek zowel jong en oud op om belang te hechten aan hun Koerdische identiteit. Enkele jaren geleden op een Newruz-feestje*** in Berlijn zong een jonge Duits-Koerdische rapper de volgende woorden: “yek- do – sê- çar – Kurdî beje!” (één – twee – drie – vier – spreek Kurdisch! ). Via zijn muziek wou hij de Koerdische jeugd aansporen om in de diaspora de gemeenschappelijke moedertaal niet uit het oog te verliezen. (6)

*Onder deze bijnaam werd hij bekend, officieel heette hij “Abu l-Hasan /Ali Ibn Nafi” of in het Koerdisch “Zorab”.

** Het Soranî is een Koerdisch dialect dat in Iraans en Iraaks Koerdistan wordt gesproken door ongeveer zes miljoen mensen.

*** Newruz is het Koerdische/Iraanse Nieuwjaar dat gevierd wordt op 21 maart.

Bronnen:

(1) Website van het Koerdisch Instituut te Parijs, The Kurdisch diaspora, http://www.institutkurde.org/en/kurdorama/

(2) Kugay, K. (2007). The way of Kurdisch Music. http://findarticles.com/p/articles/mi_m1197/is_/ai_n19295994

(3) Tassier, M. Siwan Perwer zingt omdat het zijn plicht is. De standaard, 2004, 31 juli. http://www.standaard.be/Artikel/Detail.aspx?artikelId=GSO7O5OE

(4) Dit is gebaseerd op Tassier, M. Siwan Perwer zingt omdat het zijn plicht is. De standaard, 2004, 31 juli. http://www.standaard.be/Artikel/Detail.aspx?artikelId=GSO7O5OE, Danckaers, T. Muziek is de metgezel van elke Koerd. MO* 2006, 28 maart. http://www.mo.be/index.php?id=61&tx_uwnews_pi2[art_id]=462 en Vantyghem, P. Pleidooi om binnen te mogen. De standaard, 2000, 15 januari. http://www.standaard.be/Artikel/Detail.aspx?artikelId=DST15012000_037&word

(5) Zozan, A. (2008). Ozie-N maakt liever swingende feestmuziek. (interview met Ozie-N) http://www.azady.nl/articles.php?article_id=536

(6) Christensen, D. (2007). Music in Kurdish Identity Formations. http://www.mcm.asso.fr/site02/music-w-islam/articles/ChristensenKurds-2007.pdf

Bespreking van populair artikel Kurdistan unbound, Christopher Farah

Ondanks het feit dat de twee miljoen Syrische Koerden de grootste etnische minderheid vormen van Syrië, worden ze door de Syrische autoriteiten niet als een minderheid erkend. Het Syrische staatsburgerschap wordt hun doorgaans onthouden. Hieruit volgt dat zij vaak het slachtoffer zijn van discriminatie. Zoals bovendien blijkt uit verscheidene onderzoeken van Amnesty International worden hun rechten stelselmatig geschonden (1). Met protestacties in het Koerdische deel van Syrië, wordt dan ook gewoonlijk snel komaf gemaakt. De opstandelingen, worden (vaak) letterlijk en figuurlijk monddood gemaakt.

In zijn artikel bespreekt Farah hoe Koerdische supporters na een voetbalmatch slaags raken met Arabische supporters. Deze krijgen met de hulp van de Syrische politie de Koerden snel klein. Er vallen 30 doden. Later krijgt het conflict een vervolg in de vorm van wekenlange protestacties in andere Koerdische gebieden. Intussen heeft het ook zijn intrede gevonden op internationaal niveau hoofdzakelijk door toedoen van het medium internet. De grote toename in Koerdische websites, waarop de gebeurtenissen als het ware ‘live’ te volgen waren, zorgde er volgens Nijyar Shemdin – de vertegenwoordiger van het Kurdistan Regional Government in de VS – voor dat “Koerden over de hele wereld de situatie volgden op het internet en hun ongenoegen uitten door te betogen voor ambassades”(2).

We zien dus dat het internet de Koerden over de hele wereld verenigd. Op dit medium werd het conflict eerst in een virtuele versie vertaald, waarna het ook getransformeerd werd in reëel verzet. Met andere woorden: het internet vergroot zowel de mogelijkheden aan de Koerden in “Koerdistan” als de gebieden buiten “Koerdistan”. Daar waar de Koerden ter plaatse informatie naar de buitenwereld zullen toesturen, zullen de Koerden in de diaspora hun strijd wereldwijd kenbaar maken en zo nodig ook aanvullen: samen kunnen ze door middel van het moderne medium strijden voor hun gemeenschappelijke belang, ieder zijn eigen mogelijkheden benuttend. Het internet verenigt de Koerden over het de wereld en maakt bovendien hun strijd beslist zichtbaarder op het internationale forum.

Hieraan zijn volgens de auteur ook enkele neveneffecten aan verbonden. Het internet, zo merkt hij op, wordt immers niet enkel als informatiebron over belangrijke (hedendaagse) gebeurtenissen gebruikt. Bijkomend bieden veel Koerdische websites de surfers ook een soort van “virtueel land” aan. De creatie van deze utopie wendt hun aandacht af van het oorspronkelijke streven naar een onafhankelijk Koerdistan. Zo merkt de oprichter van KurdTeens (een site voor jonge Koerden) Bryar Fattah, bijvoorbeeld op “We sometimes feel like each website is like a city from the Kurdish cities. Our virtual Koerdistan is not on the ground. It’s in our minds.”(3) Het wendt hun niet alleen af van de realiteit, het internet biedt hen ook de mogelijkheid om allerlei, vaak tegenstrijdige inzichten, te bediscussiëren. Deze tegenstrijdige ideeën zijn het natuurlijk gevolg de verschillende achtergrondsituaties en ervaringen die Koerden in de diaspora hebben. Ze zijn afkomstig van verschillende landen, ze zijn in verschillende landen terechtgekomen, men heeft verschillende belangen, die mede afhankelijk worden gemaakt van de uiteenlopende relaties die bepaalde landen hebben met de plaatselijke overheden in de Koerdische gebieden. Dit leidt soms tot tegenstrijdige ideeën over een mogelijke Koerdische staat. In een aanverwant artikel schrijft Denise Natali hierover “The asymmetrical nature of transnational networks has further constrained the possibilities of Kurdish statehood.” (4).

Farah stelt dat het internet langs de ene kant samenbrengt en democratiseert maar langs de andere kant ook de verschillen in de verschillende diaspora gemeenschappen in de verf zet. Deze verschillende opinies kunnen verdeeldheid tussen de Koerden in de hand werken en dusdanig de Koerden van hun oospronkelijke doel afleiden.

Zoals Myria Georgiou in haar paper: “Diasporic Communities On-Line: A Bottom Up Experience of Transnationalism” treffend concludeert: “there is a need to be sensitive both to the possibilities of exclusion and segregation, as well as to the possibilities of the Internet furthering and democratising diasporic communication.”(5)

Bronnen:

(1) Suri, Sanjay. (2005) Torture and Oppression of Kurds in Syria, http://www.antiwar.com/ips/suri.php?articleid=5142

(2) Farah, Christopher. (2004) Kurdistan unbound, http://archive.salon.com/tech/feature/2004/04/07/online_kurdistan/index.html

(3) Farah, Christopher. (2004) Kurdistan unbound, http://archive.salon.com/tech/feature/2004/04/07/online_kurdistan/index.html

(4) Denise, Natali. (2004) Transnational Networks: New Opportunities and Constraints for Kurdisch Statehood, http://findarticles.com/p/articles/mi_qa5400/is_200404/ai_n21347136/pg_2?tag=artBody;col1

(5) Georgiou, M. (2002) Diasporic Communities On-Line: A Bottom Up Experience of Transnationalism, http://www.lse.ac.uk/collections/EMTEL/Minorities/papers/hommesmigrations.doc

Bespreking van wetenschappelijke tekst: uit “The Kurdisch Nationalist Movement” (2006) van David Romano pg.147 – 159.

Romano stelt in zijn boek de Koerdische kwestie op een erg verhelderende en interessante manier voor. In deze post bespreek ik slechts een deel uit het vierde hoofdstuk van zijn boek, namelijk “State media, information monopolies and insurgent media”. Hierin geeft hij aan de hand van veel interessante voorbeelden een voorstelling van de manieren waarop Koerden, in Europa en in het Midden Oosten media benut hebben / benutten voor de Koerdische kwestie en hoe deze media aldus een voedingsbodem vormt voor de ontwikkeling van hun nationale identiteit.

De Turkse politiek ten opzichte van de Koerdische minderheid kan op veel vlakken repressief genoemd worden. Ik beperk me hier tot het vermelden van twee interessante voorbeelden om deze politiek inleidend te illustreren. Op andere posts op deze blog gaat men al dieper in op deze Turkse politiek. Media, die door de Koerden gebruik werd om hun nationale identiteit te promoten werden door de Turkse autoriteiten altijd streng gecontroleerd en vaak zelfs verboden verklaard. Zelfs in het jaar na de eerste Turkse toetredingsonderhandelingen met de Europese Unie, heeft RTUK (Turkeys Supreme Board of Radio and Television) in totaal 704 dagen van 62 verschillende televisiezenders en 3889 dagen van 67 verschillende radiozenders uit de ether gehaald (1). Tevens werd ook de bekende film “Braveheart” door de bovenstaande instelling afgestempeld als een overbodige luxe voor de Koerden. Het zou hen immers kunnen inspireren tot een gelijkaardige opstand in Turkije.

De opkomst van nieuwe communicatiemiddelen brengen veel veranderingen voor de Koerdische onderdrukking. In de eerste plaats breken ze het monopolie van (Turkse) autoriteiten in het verschaffen van informatie. Dankzij de grotere toegankelijkheid van communicatiemiddelen kunnen ook steeds meer Koerden hun kant van het verhaal bekend maken aan de buitenwereld. Op die manier kan een realistischere internationale opinie over de Koerdische kwestie gecreëerd worden. Koerden kunnen gebruik maken van media om deze te beïnvloeden. Clandestiene foto’s en video’s zijn zo bijvoorbeeld gebruikt geweest als overtuigende bewijzen voor de repressieve politiek. Zulke sensibiliseringscampagnes maken het mogelijk om steun te krijgen van verschillende organisaties zoals bijvoorbeeld mensenrechtenorganisaties.

Ten tweede kan met behulp van moderne communicatietechnieken de Koerdische cultuur verrijkt worden zowel in de diaspora als in de Koerdische regio’s. Zoals ik in mijn andere post al heb vermeld heeft vooral het internet de standaardisering van het Kurmanji beduidend versneld. De moderne communicatietechnieken zorgen er bovendien voor dat deze Culturele waarden ook terug hun weg vinden naar de Koerdische regio’s. Zo worden bijvoorbeeld pro-Koerdische kranten, zoals Ozgur Politika, die in Europa uitgegeven worden omdat ze in Turkije verboden zijn, terug gesmokkeld naar de Koerdische regio’s (2). Bovenstaande ontwikkelingen versterken de zogenaamde “Koerdische virtuele wereld”, waar ik in een andere post verder op inga.

De belangrijkste middelen die de ontwikkeling van de nationale Koerdische identiteit hebben beïnvloed zijn het internet en de (satelliet)televisie. Op het internet kan men alle soort van informatie publiceren onafhankelijk van het feit of ze wel of niet graag gezien zijn door de autoriteiten in de Koerdische gebieden. Helaas is de toegang tot (bepaalde sites op) het internet niet altijd even evident in de Koerdische regio’s. Toch baant de informatie zich, ondanks alle restricties, vaak een weg. Ook de e-mail is een goedkoop, gemakkelijk en moeilijk tegen te houden middel om ideeën en informatie uit te wisselen en te verspreiden over alle mogelijke onderwerpen. De satelliettelevisie is wellicht het medium dat de Koerden het meest succesvol hebben benut en dat tegelijkertijd ook voor de Turkse autoriteiten als de grootste hinderpaal werd ervaren. De Koerden worden niet voor niets weleens de “televisie natie” genoemd (3). De satelliettelevisie gaf de Koerden een machtig instrument ter beschikking dat de censuur en controle in landen zoals Turkije gemakkelijk kon omzeilen. Daarenboven kan het medium vrijwel alle kijkers aanspreken ongeacht de leeftijd, gender, religie, enz. Ondanks het feit dat het niet altijd even gemakkelijk was om toegang te hebben tot de satelliettelevisie in de Koerdische regio’s en het bezitten van een exemplaar niet zonder risico was/is, doet men er alles voor om een satelliet te kunnen bemachtigen. Zo is bekend dat mensen waardevolle bezittingen verkochten om een satelliet te kunnen betalen. Indien men er om de een of andere reden geen kon bemachtigen, keek men toch op plaatsen waar men er wel eentje had. Algauw werd televisie een uitermate sterk middel om het etnische bewustzijn van de Koerden te promoten en een nationale cultuur te creëren.

In het begin reageerden de Turkse autoriteiten niet mals op deze televisiehype van de Koerden. Ze vernielden de schotels en vervolgden de eigenaars. Zoals al eerder is besproken geweest op deze blog, deden ze er alles aan om de licenties van de Koerdische televisie ongedaan te maken. Verscheidene diplomatische initiatieven werden gelanceerd die, hoewel ze soms resultaat opleverden, uiteindelijk niet in hun opzet slaagden. Wanneer in een licentie werd ingetrokken, dook er ergens anders een nieuwe Koerdische zender op. We kunnen dus besluiten dat de Koerden in dit dispuut het laatste woord hebben gekregen. De Turkse regering heeft officieus zijn nederlaag toegegeven: zij zijn niet in staat de Koerdische uitzendingen stil te leggen.

Bovendien had deze strijd vaak een averechts effect, het heeft de Koerdische nationale identiteit alleen maar versterkt en de aandacht getrokken van de internationale opinie in het voordeel van de Koerden.

Bronnen:

(1) Romano, D. (2006). The Kurdisch Nationalist Movement. p. 148

(2) Romano, D. (2006). The Kurdisch Nationalist Movement. p. 151

(3) Romano, D. (2006). The Kurdisch Nationalist Movement. p. 153